Vrijheid van meningsuiting in Nederland
De vrijheid van meningsuiting heeft veel aspecten. Het onderstaande is een samenvatting van de Nederlandse situatie. Kijk voor de internationale situatie bij de afzonderlijke trefwoorden als censuur en privacy.

In Nederland is de meningsvrijheid vastgelegd in artikel 7 van de Grondwet. Dat artikel garandeert de vrije meningsuiting ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’. Voorbeelden van beperkingen in het strafrecht zijn artikel 137c (verbod tot belediging van een groep wegens hun ras, godsdienst of levensovertuiging, seksuele gerichtheid of handicap), artikel 137d (verbod tot het in het openbaar aanzetten tot discriminatie, haat of geweld tegen leden van groepen), artikelen 131 en 132 (opruien tot geweld en tot het plegen van strafbare feiten). Ook zijn er artikelen tegen smaad, laster en opzettelijke belediging van de Koning.

Censuur
Censuur is het vooraf verbieden dat bepaalde meningen worden geuit of bepaalde informatie naar buiten komt. In beginsel mag een Nederlandse rechter alleen achteraf oordelen. De rechter kan niet verbieden dat iemand een mening gaat uiten of informatie gaat verspreiden. De rechter mag wel oordelen dat die uiting of verspreiding achteraf gezien strafbaar of onrechtmatig was. Dan kan hij bijvoorbeeld een boete opleggen voor die daad en een boete vaststellen voor elk volgende keer dat het gebeurt. In bijzondere gevallen mag een rechter vooraf het openbaar maken van informatie verbieden, bijvoorbeeld als blijkt dat in de media militaire geheimen dreigen te worden onthuld. Anderzijds kan openbaarmaking van militaire geheimen gerechtvaardigd worden als de praktijken duidelijk in strijd zijn met de mensenrechten.