Hoe Duitsland faalt in de strijd tegen het “islamisme”
Ongeveer 24 uur na de vermeende “islamistisch” gemotiveerde mes-aanval in Solingen, waarbij de dader op een volksfeest drie mensen bruut vermoordde en zes anderen deels zwaar verwond had, trad de minister van Binnenlandse Zaken van Nordrhein-Westfalen, Herbert Reul (CDU), zaterdagavond voor de camera van de ARD-Tagesthemen en verkondigde: “We hebben de hele dag een vers spoor gevolgd en ik kan u zeggen dat we enkele minuten geleden dit spoor met succes beëindigd hebben. Diegene die we de hele dag in werkelijkheid gezocht hebben, bevindt zich op dit moment in hechtenis.”
Datgene wat Reul “succesvol beëindigen van een vers spoor” noemt – de woordkeuze getuigt er al van hoe omslachtig de minister al pratend voor een succes moest zorgen – speelde zich in werkelijkheid volgens overeenstemmende mediaberichten als volgt af:
De politie was volop op zoek naar de dader, kon echter alleen maar een 15-jarige oppakken, die volgens de voorlopige stand van het onderzoek contact gehad zou hebben met de dader. Bovendien doorzocht de politie een onderkomen voor vluchtelingen in Solingen, en pakte een man op, waarschijnlijk als getuige.
De vermeende dader daarentegen gaf zichzelf volgens informatie van de “Spiegel” en “BILD” tegen 23.00 uur aan. Kletsnat en met bloed besmeurd zou hij op een politiepatrouille zijn afgelopen en zijn daad hebben bekend.
Reul verklaarde in de ARD-Tagesthemen dat de man volgens hem ook in een onderkomen voor vluchtelingen zou leven, hij zou “in hoogste mate verdacht” zijn, de rechercheurs zouden bovendien bewijsstukken hebben gevonden. Reul toonde zich “dankbaar” met het onderzoek: “We hebben ongelooflijk snel misschien dit succes gehad”. Na alles wat men tot nu toe kan weten, gaat het echter om het tegendeel: blijkbaar tastten de rechercheurs een hele dag min of meer in het donker, terwijl de dader zich midden in Solingen op een binnenplaats verborg.
Deze omstandigheden van de onderzoekingen zijn echter alleen maar de laatste schakel in een ketting van falen. De Duitse staat, staat bijna weerloos tegenover “islamistische” terreur.
Dit begint bij de grenzen: iedereen die wil, mag in principe het land binnenkomen. Weliswaar vinden er deels nog controles bij de grensposten plaats, maar de groene grens blijft nog steeds onbewaakt.
Het gaat verder met het royaal verdelen van de beschermende status. Sinds 2015 waarschuwen critici er voor dat het asielsysteem door terroristen misbruikt zou kunnen worden, die als vluchtelingen vermomd aanslagen in Duitsland plannen. Veel te lang werd er over deze bedenkingen als hersenspinsels gelachen.
Ook bij uitzettingen faalt Duitsland. Onlangs nog bleek uit een onderzoek dat er veel Afghaanse vluchtelingen zijn die voor bruiloften en wegens andere aanleidingen uitgerekend daar naartoe teruggaan waar ze vandaan zijn gevlucht. Maar het lukt de staat nog steeds niet om criminele Afghanen naar hun thuisland terug te vliegen.
Nu deze ideologie steeds vaker omslaat in open geweld, mislukken grote delen van de Duitse publieke opinie er aan om de terreur überhaupt als zodanig te benoemen. De enorme stijging van het mes-geweld bijvoorbeeld wordt niet als deel van een zich radicaliserende islamitische gemeenschap erkend, die in Duitse straten het recht van vuist en mes invoert.
Net zo hulpeloos zijn de pogingen om dit “islamistisch” geweld de baas te worden. Minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser wil nu alleen nog het dragen van messen in het openbaar tot een lemmet lengte van zes centimeter toestaan. Overal worden zogenaamde mes-verbod zones ingesteld. Net zo naïef is de eis naar meer camerabewaking op volksfeesten, die na de aanslag in Solingen bijvoorbeeld door de “Bild-Zeitung” wordt opgesteld.
Zulke eisen getuigen ervan dat grote delen van de politiek en de media in Duitsland nog steeds niet begrepen hebben welke moorddadige ideologie we ons land hebben binnengehaald: het “islamisme” is een doodcultus. Een “islamist” zal elke extra camera, die zijn wrede moord voor eeuwig vastlegt, bejubelen. Wie een mes bij zich draagt, opdat hij op elk moment klaar is om te doden, zal zich door geen enkel wettig voorschrift van zijn wapen scheiden.
De “islamisten”, die in deze uren door onze straten lopen, die van ons belastinggeld leven en onze “bescherming” genieten, verachten alles waarvoor het vrije Westen staat: de rechtsstaat, de democratische fundamentele waarden, de vrijheid van het individu, de vrijheid van gedachten en geloof, de gelijkberechtiging van man en vrouw, de bescherming van minderheden, de solidariteit met de zwakkeren.
Als we het “islamisme” niet eindelijk effectief bestrijden, wanneer we zijn aanhangers niet de toegang tot ons land weigeren, dan worden we zijn handlangers en verraden al die vrijheden die het Westen gedurende eeuwen vechtend heeft verkregen.