Grote gebeurtenissen hebben vaak lange aanleidingen en één ervan is de manier waarop het Romeinse Rijk omging met vreemdelingen.
Rond 150 AD stond Rome op het toppunt van haar macht en in het Romeinse Rijk heerste relatieve vrede en welvaart. Er waren echter veranderingen op komst.
Aan de noordelijke grenzen kwam steeds meer dreiging van 'barbaarse' stammen en het kostte het Rijk dan ook steeds meer moeite om deze volken buiten de grenzen te houden. Deze indringers - grotendeels Germanen - wilden het Romeinse Rijk in om zich er te vestigen en 'te delen' in de welvaart of simpelweg om te plunderen.
Vanuit het oosten werd het Romeinse Rijk eveneens aangevallen, door de Perzen. Het Romeinse Rijk kreeg, mede daardoor, eveneens te kampen met oorlogen binnen het rijk naast de gevechten om de keizerlijke troon.
Dit alles was het begin van het verval van het Romeinse Rijk dat voorkomen had kunnen worden ware het niet dat decadentie en corruptie de overhand hadden gekregen, de toestroom van vreemdelingen uit de hand liep en er meer en meer burgeroorlogen plaatsvonden omdat generaals om de macht vochten. Een verval dat het zo roemruchte Romeinse Rijk zou verdelen in het West-Romeinse Rijk en het Oost-Romeinse Rijk en zou leiden tot het uiteindelijke verval.
Parallellen: Decadentie, Corruptie, Klimaatverandering, Oorlogsvoering, Pandemie, Immigratie
Grote gebeurtenissen hebben vaak lange aanleidingen en één ervan is de manier waarop het Romeinse Rijk omging met vreemdelingen.
Al decennialang waren vreemden deel gaan uitmaken van het Romeinse Rijk. Door teruglopende geboortecijfers onder de autochtone Romeinen dachten de Senatoren het Rijk te kunnen omvormen tot een multiculturele Staat door massa-immigratie toe te staan omdat verondersteld werd deze mensen te kunnen gebruiken om hun Rijk, de economie en cultuur te onderhouden en te verdedigen. Dit bleek een ernstige en cruciale misvatting.
Zo kwamen er veel Syriërs naar het Romeinse Rijk en kwamen er uiteindelijk zelfs enkele Syriërs op de Keizerlijke troon terecht. Ook uit het heilige land kwamen veel immigranten met name door de etnische en religieuze spanningen tussen Joden, Christenen en de toen nog bestaande Romeinse Godsdienst. Voor het merendeel kwamen de immigranten vooralsnog vanuit het Noorden van het Rijk. Onder andere in het leger, dat dringend behoefte had aan mankracht, vonden vele barbaren een plek en maakten ze carrière.
In 376 loopt de integratie mis in het oostelijk deel van het Rijk. De Goten slaan in dat jaar massaal op de vlucht voor het totaal onbekende volk van de Hunnen dat verwoestend en plunderend vanuit Azië via wat nu Rusland is het Gotisch Rijk binnenvalt. Grote groepen Goten smeken om de grensrivier de Donau te mogen oversteken voor hun veiligheid. Keizer Valens staat dit toe en denkt met zijn naastenliefde enige dankbaarheid terug te krijgen. Ook geeft hij opdracht de Goten van voedsel te voorzien en hen uiteindelijk eveneens grond toe te wijzen in het woestere gedeelte van Thracië, dit terwijl het op dat moment in de geschiedenis niet echt ideaal gaat met de financiën van het Romeinse Rijk. Vele autochtone Romeinen verarmen en zien met lede ogen aan hoe hun belastinggeld wordt weggegeven door hun overheid aan vluchtelingen.
Het ambtelijk apparaat ziet de voedselvoorziening als een gunstige gelegenheid om zichzelf te verrijken, vertraagt, en verlengt daarmee de operatie. Politici misbruiken de immigratie voor politieke doeleinden. Uiteindelijk worden de Goten ongeduldig en beginnen te plunderen. Deze verwikkelingen leiden tot een veldslag in augustus 378 waarbij keizer Valens sneuvelt. De Romeinen lijden hier de grootste nederlaag sinds Hannibal.
Het lukt de Romeinen uiteindelijk via dreigingen en vooral verdragen om de Goten tot bedaren te brengen. Toch is er dan een definitieve verandering geweest omdat de barbaren hebben ingezien dat de Romeinen niet langer gevreesd hoeven te worden want ze hebben eigenlijk niet langer meer de middelen en de moraliteit om invasies te keren. Tevens ging vanaf de succesvolle Gotische invasie de demografische tendens zich tegen de Romeinen keren. Uiteindelijk leidt dit ertoe dat Alaric, van oorsprong Gotisch en tegelijkertijd bekleed met een hoge rang in het Romeinse leger, ertoe overgaat Rome te plunderen omdat hij zijn zin niet krijgt.
De Visigotische koning Alaric die Rome in 410 AD plunderde en de Germaanse barbaar Odoacer die in 476 AD de keizerlijke rijkdommen vanuit Rome naar Constantinopel liet verschepen met de mededeling dat er geen Caesar Augustus meer nodig was in het Westen vormden de apotheose.
Het westelijk deel viel door toenemende autonomie van verschillende provincies en constante gevechten om de keizerlijke troon, die absolute politieke macht had. De nederlaag van het oostelijk deel van het Romeinse Rijk droeg ertoe bij dat het westelijk deel niet meer ondersteund kon worden; corruptie, haperende bureaucratie, moreel verval, toenemende invloed van een oprukkend geloof en, last but not least, massa-immigratie uit Centraal en Oost Europa, het huidige Midden-Oosten en Zuid/Oost-Azië was de optelsom die teveel van het goede bleek. De migranten vonden het allemaal wel best, die hadden geen enkele intentie te luisteren naar decadente Italiaantjes in een toga en zette doodleuk hun eigen koninkrijkjes op. De rest is ook geschiedenis.
Hordes immigranten nemen in toenemende mate het gevestigde gezag niet (meer) serieus en trekken hun eigen plan, hun eigen geloof dik promotende, hun eigen staatjes binnen de staat creërende met steun van de overheid die de boel daarmee faciliteert en dus frustreert. Bondgenoten kunnen of willen niet ingrijpen door een combinatie van corruptie, decadentie enz. plus een agenda-volgende stompzinnige bureaucratie die meer en meer onhandelbaar wordt, want een log monster dat zichzelf voedt en uiteindelijk verwordt tot een Jabba de Hutt, geen beweging meer in te krijgen.
Tel daarbij op dat het toenmalige Europa kampte met 'klimaatverandering'; een zonneminimum, waarmee het Romeinse Klimaatoptimum (RWP) ten einde kwam, dat in het Oost-Romeinse Rijk een epidemie; de builenpest, uitbrak waarbij één/derde van de bevolking het loodje legde en dan is het plaatje wel zo'n beetje compleet.
Het volk, tja, het volk, dat zal met lede ogen moeten toezien hoe barbaarse milities hun steden plunderen, hun vrouwen en dochters verkrachten, hun mannen afslachten en zij die overleven in brute slavernij houden. Tot overmaat van ramp kiest een meerderheid der witmangs hier zelf voor - enerzijds enthousiast, anderzijds apathisch - de minderheid is derhalve de spreekwoordelijke roepende in de woestijn.
Hoewel de val van het Romeinse Rijk en de val van het nu gedroomde Grote Europese Rijk -nog voordat het 't is- 1 op 1 gaan, is er één groot verschil; daar waar de Romeinen niet per se een plan hadden zich willens en wetens te laten overlopen zien de Globalisten van nu dat héél anders, die vinden dat wèl een prima plan -het Kalergi-Plan- en daar ligt de kans op redding. Het is namelijk geen spontaan, natuurlijk verschijnsel, het is georkestreerd; politiek beleid, en politiek beleid kan gekeerd worden, maar dan moet die kering wel toegepast worden. Het kan nog, het is nog niet te laat. Dat duurt echter niet lang meer.
Het wordt kiezen of delen en bij dat laatste, zo leert de geschiedenis, weten we al wat ons, Europa, te wachten staat ...
Een ideologie die Europa in haar greep houdt