Bron: E.H. Patrick van der Vorst (www.christian.art) ๐Ÿ‡ฌ๐Ÿ‡ง๐Ÿ‡ง๐Ÿ‡ช๐Ÿ‡ฑ๐Ÿ‡บ๐Ÿ‡ฎ๐Ÿ‡น๐Ÿ‡ช๐Ÿ‡ธ
Evangelie van 8 augustus 2024

Feest van Sint Dominicus

Sint Dominicus in gebed,
Geschilderd door Domenikos Theotokopoulos, El Greco genaamd (1541-1614),
Laat 16de eeuw,
Olieverf op doek
ยฉ Sotheby's Londen, 3 juli 2013, lot 19

Reflectie bij het schilderij:

Vandaag vieren we het feest van de heilige Dominicus, ook bekend als Dominic de Guzmรกn. Hij werd in 1170 geboren in een familie van Spaanse adel, was goed opgeleid en studeerde 10 jaar aan de universiteit van Palencia. Al in die periode werd gemeld hoe bezorgd hij was over het welzijn van anderen, vooral de armen, in plaats van over zijn eigen behoeften. In 1191, toen Spanje geteisterd werd door hongersnood, gaf de jonge Dominicus zijn geld weg en verkocht hij zijn kleren, meubels en zelfs kostbare manuscripten om de hongerigen te voeden. Naar verluidt zei Dominic tegen zijn verbaasde medestudenten: "Willen jullie dat ik deze dode huiden bestudeer terwijl mensen sterven van de honger?"

Maar God had nog grotere plannen voor Dominicus: het stichten van een nieuwe religieuze orde met als missie het bestrijden van de vele ketterijen die in die tijd bestonden en het helpen verspreiden van de leer van de Kerk. De opgewektheid en vreugde van de heilige Dominicus worden opgemerkt door een aantal mensen die hem hebben gekend. De levendigheid van zijn geest bij het stichten van een nieuwe orde moet echt inspirerend zijn geweest. Volgens de Dominicaanse traditie beleefde hij in 1208 een visioen van de Heilige Maagd Maria in de kerk van Prouille, waarbij zij hem een rozenkrans gaf. De verspreiding van de devotie voor de rozenkrans wordt grotendeels toegeschreven aan de dominicanen. Paus Pius XI verklaarde dat de rozenkrans "het principe en het fundament is waarop de Orde van Sint-Dominicus rust om het leven van haar leden te vervolmaken en de redding van anderen te verkrijgen".

Het schilderij van El Greco met de afbeelding van de biddende heilige Dominicus werd 7 jaar geleden bij Sotheby's verkocht voor ยฃ9,1 miljoen. Het is prachtig door het ingetogen gebruik van kleuren. Als we aan El Greco denken, denken we aan levendige, heldere kleuren. Hier hebben we gewoon grijs, wit en wat bruintinten voor het kruis en de rotsen. Weinig devotiewerken aan het einde van de 16de eeuw zouden zo direct geschilderd zijn. Zelfs de compositie draagt dit gevoel van het vastleggen van Sint Dominicus midden in een spontaan gebed: eenvoudig gekleed in zijn zwart-witte habijt is Sint Dominicus te zien in een moment van stille reflectie in de wildernis, knielend in gebed voor een eenvoudig kruisbeeld dat tegen een rots is geplaatst. Het schilderij roept een diep ontroerend gevoel op van de spontaniteit van het gebed.

Heilige Dominicus, bid voor ons.

Matteรผs 16:13-23

13 Toen Jesus in de streek van Cesarea Filippi was gekomen, ondervroeg Hij zijn leerlingen: Wie zeggen de mensen, dat de Mensenzoon is? 14 Ze zeiden: Sommigen zeggen: Johannes de Doper; anderen: Elias; weer anderen: Jeremias of een van de profeten. 15 Hij zeide hun: Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? 16 Simon Petrus antwoordde: Gij zijt de Christus, de Zoon van den levenden God! 17 Jesus antwoordde: Zalig zijt gij, Simon, zoon van Jona; want niet vlees en bloed hebben u dit geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemel is. 18 En Ik, Ik zeg u: gij zijt Petrus; en op deze steenrots zal Ik mijn Kerk bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen. 19 En u zal Ik de sleutels geven van het rijk der hemelen. En al wat ge op aarde zult binden, zal ook in de hemel gebonden zijn; en al wat ge op aarde zult ontbinden, zal ook in de hemel ontbonden zijn. 20 Toen gebood Hij zijn leerlingen, aan niemand te zeggen, dat Hij de Christus was. 21 Van toen af begon Jesus zijn leerlingen er op te wijzen, dat Hij naar Jerusalem moest gaan, dat Hij veel moest lijden van oudsten, opperpriesters en schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden, en op de derde dag verrijzen. 22 Petrus trok Hem ter zijde, en begon Hem tegen te spreken: Dat nooit, Heer; zo iets zal U niet overkomen. 23 Maar Hij keerde zich om, en zei tot Petrus: Ga weg van Mij, satan; ge zijt Mij een ergernis. Want ge zijt niet bedacht op wat God wil, maar slechts op wat de mensen willen.

image