Bron: E.H. Patrick van der Vorst (www.christian.art)🇪🇸🇧🇪🇬🇧🇮🇹🇱🇺
Evangelie van 29 augustus 2024
De onthoofding van Johannes de Doper
De onthoofding van Johannes de Doper,
Uitgevoerd door Michelangelo Merisi da Caravaggio (1571-161,
Olieverf op doek
Uitgevoerd in 1608,
© St John's Co-Cathedral, Valletta, Malta
Reflectie bij het schilderij van de zijkapel:
Hoewel het een relatief klein eiland is, herbergt Malta twee schilderijen van Caravaggio: een van Sint Hiëronymus in zijn studeerkamer en de andere, het schilderij waar we vandaag naar kijken: De onthoofding van Johannes de Doper. Het schilderij werd in 1608 in opdracht van de Orde van Malta gemaakt om deel uit te maken van het altaarstuk in de St John's Co-Cathedral in Valletta (ik laat een foto zien die een idee geeft van de positie ervan in de zijkapel). Dit is het grootste doek dat Caravaggio ooit schilderde. Het toont het moment nadat de beul Johannes met zijn zwaard heeft geslagen en nu een mes uit zijn riem heeft getrokken om de klus te klaren. Hoewel de scène wreed is, heerst er een grote sereniteit in de lege ruimte rond de centrale figuren. Sint Jan staat niet in de gebruikelijke knielende positie die je in de meeste andere kunstwerken met dit thema ziet; in plaats daarvan ligt hij op de grond met zijn handen op zijn rug gebonden, wat lijkt op een offerlam. Salome staat klaar met een gouden schaal om zijn hoofd te ontvangen, terwijl een machteloze vrouwelijke omstander geschokt toekijkt en beseft dat de executie verkeerd is. Dit is het enige schilderij van Caravaggio dat zijn handtekening draagt, die hij plaatste in het rode bloed dat uit de doorgesneden keel van de Doper stroomde, gesigneerd als "f. Michelango", wat Fra Michelangelo, Broeder van de Ridders van Malta betekent.
Ik had het genoegen om dit prachtige kunstwerk vorige week opnieuw te zien tijdens mijn vakantie op Malta. Als we naar het schilderij kijken, voelen we ons als machteloze omstanders, getuige hoe Johannes voor onze ogen sterft voor zijn geloof. Het is gewoon zo'n boeiend kunstwerk.
Hier is een interessant verhaal dat ik onlangs tegenkwam: Tijdens de Chinese communistische zuivering van Mao Zedong in 1949 werden veel kerken gesloten en werden christenen gearresteerd en geëxecuteerd. Een kleine groep christenen kwam privé bijeen, ondergedoken. Tijdens een van deze bijeenkomsten gingen de deuren plotseling open en kwamen drie communistische soldaten binnen met getrokken wapens. Ze riepen dat alle christenen zich tegen de muur moesten opstellen om geëxecuteerd te worden. De soldaten zeiden: "Als je geen gelovige bent, mag je gaan." Sommigen van de groep vluchtten de kamer uit. Maar een groep trouwe volgelingen van Christus sloegen de handen ineen en stonden samen, wachtend om te sterven voor Jezus. Nadat de ongelovigen waren vertrokken, lieten de soldaten hun wapens zakken en zeiden: "Wij zijn ook gelovigen en we wilden een groep christenen vinden die bereid zijn te sterven voor hun geloof. Mogen we ons bij jullie voegen?"
Zouden wij bereid zijn te sterven voor ons geloof, net als deze Chinese christenen of Sint Jan? Deze vraag daagt ons uit om na te denken over de diepte van onze toewijding en de kracht van onze overtuigingen. De verhalen van Sint Jan en de trouwe christenen in China dienen als een krachtige herinnering aan de offers die gebracht worden in naam van ons christelijk geloof.
Marcus 6:17-29
17 Herodes namelijk had Johannes laten grijpen, in boeien geslagen en in de gevangenis geworpen, naar aanleiding van Heródias, de vrouw van zijn broer Filippus, omdat hij haar had gehuwd. 18 Want Johannes had tot Herodes gezegd: Ge moogt de vrouw van uw broer niet hebben. 19 Heródias was hem dus vijandig gezind, en wilde hem doden; maar het lukte haar niet. 20 Want Herodes had ontzag voor Johannes, daar hij wist, dat hij een rechtvaardig en heilig man was; en hij beschermde hem. Telkens wanneer hij hem hoorde, raakte hij in grote verlegenheid; toch luisterde hij gaarne naar hem. 21 Maar er kwam een gunstige dag, toen Herodes op zijn verjaringsfeest een maaltijd gaf aan zijn groten en legeroversten en de aanzienlijken van Galilea. 22 Nu kwam de dochter van die Heródias binnen, en danste; en ze behaagde aan Herodes en aan de gasten. Toen sprak de koning tot het meisje: Vraag van mij wat ge wilt, en ik zal het u geven. 23 En hij zwoer haar: Wat ge ook vraagt, ik zal het u geven, al was het ook de helft van mijn rijk. 24 Ze ging heen. en zei tot haar moeder: Wat zal ik vragen? Deze sprak: Het hoofd van Johannes den Doper. 25 Aanstonds spoedde ze zich naar den koning, en eiste: Ik verlang, dat ge me op staande voet op een schotel het hoofd van Johannes den Doper geeft. 26 Wel had de koning er spijt van, maar om de eed en om de gasten wilde hij haar niet teleurstellen. 27 Onmiddellijk stuurde hij een der trawanten. en gaf bevel, het hoofd van Johannes te brengen. Deze ging heen, en onthoofdde hem in de gevangenis. 28 Hij bracht het hoofd op een schotel, en gaf het aan het meisje; en het meisje gaf het aan haar moeder. 29 Toen zijn leerlingen dit hadden gehoord, kwamen ze zijn lichaam halen, en legden het in een graf.