34 walvissen geteld in Nederlandse wateren, stichting maakt zich zorgen.
Ruim tweehonderd vrijwilligers hebben zaterdag tijdens de allereerste Nationale Walvistelling in totaal 34 bruinvissen gespot. Dat laat de Stichting Rugvin zondag weten aan persbureau ANP.
De vrijwilligers zagen een moeder met een kalf en mogelijk een dolfijn, die ook tot de walvisachtigen behoort.
De meeste walvissen zijn ontdekt in de Oosterschelde. 23 walvisspotters van Rugvin, initiatiefnemer van de Nationale Walvisteldag, kamden met zeven boten de Oosterschelde uit. Zij zagen 26 bruinvissen, de kleinste walvissoort van Europa. Ook in Vlissingen, Den Helder, Texel, Den Oever en IJmuiden zijn deze dieren gezien.
De uitslag van de telling baart Stichting Rugvin zorgen. Vijf jaar geleden zagen onderzoekers van de club nog 55 bruinvissen in de Oosterschelde. "Dit kan verklaard worden door het hoge sterftecijfer dat deze zomer is waargenomen", vertelt directeur Frank Zanderink aan ANP. "41 bruinvissen zijn in 2024 dood op het strand aangetroffen. De oorzaak wordt nog onderzocht."
Volgens hem zijn er meer oorzaken voor de afname van de bruinvis.
"Ze hebben te maken met veel negatieve menselijke invloeden", zegt Zanderink. "Zoals overbevissing, verstoring door boten, chemische vervuiling, verdrinking in visnetten en de opwarming van het zeewater. De Noordzee is geen paradijs voor ze."
De telling vond dit jaar voor het eerst plaats en wordt vanaf nu jaarlijks herhaald. Dat wordt gedaan om mensen erop te wijzen dat in de Nederlandse kustwateren bruinvissen, dolfijnen en bultruggen zwemmen.
Zanderink: "Met deze Walvisteldag hebben we kunnen bijdragen aan het creëren van een stukje bewustzijn, zodat we deze dieren gaan waarderen en zuiniger omgaan met de zee. De zee heeft veerkracht."