Aan de burgemeester van Amsterdam.

Mevrouw Halsema, Met een beetje geluk krijgt u dit epistel onder ogen. Uw woorden ‘het mag een beetje schuren’ tijdens de antisemitische rellen op 10 maart jl. tijdens de opening van het Holocaustmuseum in Amsterdam herinnerde ik mij tijdens de herdenking op o.a. de Dam in Amsterdam van 7 oktober jl.

Het ‘schuren’ heeft bij Joden een bijzondere klank. Immers, telkens als er tijdens de laatste paar duizend jaar ‘er een beetje geschuurd’ werd, dienden Joden hun bezittingen bij elkaar te zoeken en maken dat ze wegkwamen om niet verkracht, vermoord of in brand gezet te worden.

Dit wist u natuurlijk al lang, maar uw linkse, sluwe en antisemitisch brein hoopt dat men van de gelegenheid die u en uw trawanten aan de Jodenhaters biedt, gebruik zal maken.

Ook uw aanval op mevrouw Yeşilköz dat zij de anti-Joodse relschoppers zou criminaliseren, slaat nergens op, tenzij men de uitspraken van ene Joseph Goebbels, ook een kopstuk van een linkse partij, in praktijk brengt; deze zegt namelijk: ‘Beschuldig de tegenpartij van datgene waar jezelf schuldig aan bent’.

U kunt eigenlijk weinig tot niets tegen uw antisemitisch sentiment doen, want de partij PvdA/GL staat dat niet toe.

Gaarne breng ik een uitspraak van mevrouw Golda Meïr onder uw aandacht: ‘Als wij zouden moeten kiezen tussen dood zijn en beklaagd worden of leven met een slecht imago, dan kiezen we voor het leven met het slechte imago’.

U wordt gesteund door veel van uw collega’s en zelfs de leider van uw partij PvdA/GL, de heer Timmermans, steekt de loftrompet over u.

Concluderend: de universiteiten, de media, de voltallige directie NS en allen die u steunen en u eveneens, lijden aan morele rot tot op het bot.