Grafschenner Daelwijck weigert psychisch onderzoek, geeft vader de schuld van zijn daden.

De 21-jarige man uit Vleuten die meer dan honderd graven vernielde op de Utrechtse begraafplaats Daelwijck, weigert zich te laten onderzoeken door een psycholoog en psychiater. De Utrechtse rechtbank besliste vandaag dat de zaak tegen Mohamed B. ook zonder onderzoek kan worden afgehandeld.

Dat is tegen de wens van het Openbaar Ministerie (OM). B. neemt in dat geval wel de volle verantwoordelijkheid voor zijn daden, waarschuwde de rechtbank hem.
B. wordt ook vervolgd voor zijn poging om eind vorig jaar met een vriend uit te reizen en zich aan te sluiten bij de terreurorganisatie Islamitische Staat. Volgens de officier van justitie stuurde de verdediging er van het begin af aan op aan dat B. verminderd toerekeningsvatbaar zou zijn.

Hij zou "een heel beïnvloedbare jongen zijn die dingen heeft gedaan die hij niet wil." Dat staat volgens het OM in contrast met de verdenking dat hij is geradicaliseerd en een jihadistische ideologie aanhangt. Ook het vernielen van de graven zou hij uit die overtuiging hebben gedaan.

Een psycholoog en psychiater probeerden de afgelopen maanden tevergeefs met B. in gesprek te gaan om meer inzicht te krijgen in zijn verstandelijke beperkingen en mogelijke stoornissen. Maar volgens de verdachte zijn ze niet te vertrouwen. Hij wil aan geen enkel onderzoek van de politie en het OM meewerken. "Ik kan A zeggen en er kan B opgeschreven worden", verklaarde hij. De enige die hij vertrouwt is een hulpverlener van de gemeente Utrecht.

"Moeten we er rekening mee houden of niet? Wil je de volledige verantwoordelijkheid nemen?", vroeg de rechter aan de verdachte. Volgens de rechtbank kan naast een gevangenisstraf ook een maatregel worden opgelegd die B. verplicht mee te werken aan een langdurige behandeling.

In de rechtbank verwees B. naar zijn eerdere verklaring. "Daarin staat dat ik het zelf niet wilde. Ik stond onder druk. Ik moest, had geen keus. Ik heb meer dan twintig graven vernield. Het is mijn vader, geef mij desnoods een contactverbod met hem", zei hij. De verklaring is opmerkelijk, omdat juist zijn vader ternauwernood voorkwam dat zijn zoon zich aansloot bij IS. Zijn bezorgde ouders meldden dat bij de gemeente, die een begeleidingstraject op poten zette.

Volgens het OM komen uit de gevangenis meldingen dat B. verder is geradicaliseerd. B. ontkent dat. Bewakers maakten foto's van jihadistische teksten op de muur van zijn cel, waaronder een steunbetuiging aan de gedode IS-leider al-Baghdadi. Die teksten zijn volgens hem door anderen op zijn celmuur geschreven. Het gevangenispersoneel vertrouwt hij ook niet meer.

In de rechtbank waren nabestaanden aanwezig die de graven van hun dierbaren afgelopen voorjaar verwoest aantroffen. "Ik wil mijn verontschuldigingen uiten. Ik heb oprecht spijt", zei de verdachte. Hij voegde eraan toe dat hij het deed uit frustratie die ontstond onder druk van zijn vader. De spijtbetuiging stuitte op verontwaardiging en ongeloof bij de aanwezige nabestaanden, die vinden dat hij keihard moet worden gestraft.

Volgens zijn advocaat er in zijn kindertijd twee rapporten over haar cliënt geschreven. Uit een test zou toen al zijn gebleken dat hij zwakbegaafd is. Hij zou zich sterker presenteren dan hij is en de gevolgen van gebeurtenissen niet kunnen overzien. Ook zou hij moeite hebben met het inschatten van sociale situaties.

De rechtbank vroeg de rechtbank om B. in afwachting van zijn proces vrij te laten. Hij zou buiten de gevangenis bereid zijn om met een psycholoog te praten. Daar ging de rechtbank niet in mee. Er is sprake van een geschokte rechtsorde en de samenleving zou het niet begrijpen als hij op vrije voeten kwam, oordeelde de rechtbank.
Op 18 november is er weer een voorbereidende zitting in de zaak. Wanneer de rechtbank de zaak tegen Mohamed B. inhoudelijk gaat behandelen is nog niet bekend.

image