Bron: E.H. Patrick van der Vorst (www.christian.art) 🇱🇺🇧🇪🇮🇹🇪🇸🇬🇧
Evangelie van 23 november 2024

Sommige Sadduceeën, zij die zeggen dat er geen opstanding is.

Drie pogingen om Christus in de val te lokken,
Pagina uit het Holkham Bible Picture Book,
Engeland, circa 1327-1335,
Manuscript geschreven in het Anglo-Normandisch Frans.
© British Library, Londen / Alamy

Reflectie bij het geïllustreerde manuscript:

In de evangelielezing van vandaag introduceert de evangelist Lucas de Sadduceeën, een groep die niet geloofde in de opstanding. Ze bestonden uit hogepriesters, aristocratische families en rijke kooplieden, ze onderhielden goede relaties met de Romeinse autoriteiten en hielden vast aan een conservatieve interpretatie van het jodendom. In tegenstelling tot de Farizeeën verwierpen de Sadduceeën grotendeels het geloof in onsterfelijkheid, engelen en boze geesten, en baseerden hun geloof op tastbare, aardse concepten. Tijdens het tijdperk van Jezus controleerden ze twee cruciale instellingen: de Tempel van Jeruzalem (ook bekend als de Tempel van Herodes) en het Sanhedrin, het bestuursorgaan dat toezicht hield op Joodse religieuze en juridische zaken.

De vraag die de Sadduceeën in de lezing van vandaag stelden, was geen oprechte vraag, maar een poging om Jezus in de val te lokken en onenigheid te zaaien. In Zijn antwoord verheft Jezus hun beperkte, aardse perspectief tot een transcendente visie, die niet alleen Mozes, Abraham, Isaak en Jacob omvat, maar ook onze eigen overleden geliefden en iedereen die sinds de schepping heeft bestaan.

Dit getoonde kunstwerk is een pagina uit het Holkham Bible Picture Book, gemaakt in de vroege 14de eeuw. Dit manuscript bevat meer dan 230 illustraties met scènes uit het Oude en Nieuwe Testament. Vernoemd naar Holkham Hall in Norfolk, waar het tot 1952 in de collectie van de graven van Leicester verbleef, is het nu ondergebracht in de British Library in Londen. De openingspagina suggereert dat het in opdracht van een Dominicaanse monnik is gemaakt voor een geletterd, select publiek. De geïllustreerde pagina toont drie pogingen om Christus in de val te lokken:

•Boven links: Drie mannen vragen zich af of er belasting betaald moet worden aan Caesar.

•Midden: Twee Sadduceeën stellen het raadsel voor van een vrouw die getrouwd is met zeven broers en haar burgerlijke staat in twijfel trekt..

•Onder: Twee Farizeeën vragen Jezus welk gebod het grootste is.

Rechts overleggen vijf Farizeese wetgeleerden over Jezus' uitdagende vraag en Zijn antwoord. Een houdt de tafelen van de wet vast; twee dragen gebedsriemen op hun voorhoofd; een ander houdt een doorntak voor zijn gezicht, verwijzend naar het lijden; en een wijst naar een doorn op de zoom van zijn gewaad. De begeleidende tekst is in het Anglo-Normandisch Frans. Deze pagina illustreert prachtig de verschillende manieren waarop de Sadduceeën en Farizeeën Jezus probeerden uit te dagen.

Lucas 20:27-40

27 Nu kwamen er enige sadduceën naar Hem toe, die de verrijzenis loochenen; ze ondervroegen Hem, 28 en zeiden: Meester, Moses heeft ons voorgeschreven, dat, zo iemands broer gehuwd is en kinderloos sterft, zijn broer de vrouw moet huwen, en nakomelingschap voor zijn broer moet verwekken. 29 Nu waren er zeven broers. De eerste nam een vrouw en stierf kinderloos. 30 Nu huwde de tweede haar, 31 ook de derde, en zo verder alle zeven; en ze stierven kinderloos. 32 Ten laatste stierf ook de vrouw. 33 Wien van hen zal ze nu bij de verrijzenis als vrouw toebehoren? Ze hebben haar immers alle zeven tot vrouw gehad. 34 Jesus sprak tot hen: De kinderen dezer wereld huwen en worden uitgehuwd. 35 Maar zij, die waardig worden bevonden, deel te hebben aan de andere wereld en aan de verrijzenis uit de doden, zullen huwen noch uitgehuwd worden. 36 Ze kunnen immers niet meer sterven; want ze zijn aan engelen gelijk, en als kinderen der verrijzenis ook kinderen Gods. 37 En dat de doden verrijzen, gaf ook Moses te kennen in het Braambosverhaal, wanneer hij den Heer den God van Abraham, den God van Isaäk en den God van Jakob noemt. 38 Hij is toch geen God van doden, maar van levenden; want allen leven voor Hem. 39 Toen namen sommigen van de schriftgeleerden het woord, en zeiden: Meester, Gij hebt goed gesproken; 40 en ze durfden Hem geen vragen meer stellen.

image