6 juni:
Het is nu 2.15, ik ben net ontwaakt uit deze droom. Poeh, die was heftig... wat zou dit vanuit mijn onderbewustzijn willen zeggen?
Ik krijg de opdracht van L een paard terug te zetten op stal. De box waar deze normaal staat blijkt bezet te zijn, dus ik loop rechtdoor door schuifdeuren heen naar een tweede hal met allerlei lege boxen. Ik zie een heleboel witte paarden staan aan het einde van deze ruimte en één merrie met blauwe ogen staat midden in het gangpad. Ik denk “oeps, ik wist niet dat L nieuwe paarden gekocht had en dat dat waarschijnlijk de reden was waarom hier veel lege boxen waren en het andere deel gevuld was met de paarden die hier normaal staan.” De merrie besluit mijn richting op te lopen wat de hengst uit haar groep meteen tot woede brengt. Ik voel dat de merrie en de hengst, die ik vast hield, een aantrekkingskracht naar elkaar voelen en denk “Oh jee, dit is vast niet de bedoeling! Ik ben te ver doorgelopen. Ik had hier niet mogen komen.” Ik besluit mijn voskleurige hengst in de nabij gelegen box te droppen en meteen daarna de merrie vast te zetten in een andere... zo hoopte ik de witte hengst weer tot rust te krijgen. Toen zag ik een man die stro aan het begieten was met snel ontvlambare vloeistof. Hij had stro in smalle rijen gelegd door de stal heen en was net bezig het laatste deel te begieten. Hij keek mij boos aan en zei: “Als er ook maar iets zou gebeuren, zou ik deze stal in de fik steken! En dat is dus nu!” Hij goot de rest van de vloeistof over zichzelf heen en zette de boel in vlam. Ik was nog in de box bij de witte merrie, maar het vuur ging zo snel dat het al bij ons was voordat ik kon reageren. Ik klom op de randen van de box en besloot dat er geen tijd was om L of wie dan ook te bellen en dat ik de paarden uit de stal moest halen. Ik sprong op de grond en rende naar het deel van de witte paarden, die allemaal bij elkaar stonden in een aparte ruimte maar waar ook de brand al het heftigst woedde. De box van de witte merrie was nog open en die van de hengst had nog geopend voordat ik begon te rennen naar de groep witte paarden. Die waren inmiddels behoorlijk in paniek en de man was inmiddels al zover verband dat die tussen hen in op de grond lag. De boxdeur van die grote rechthoekige bak kon ik openen via de buitenkant van de stal en deze leidde meteen naar de weide. De paarden vlogen eruit en de witte merrie en de voskleurige hengst volgen als laatste. Ik dacht nog, oh nee... nu gaan ze allemaal dezelfde weide in! Maar op dat moment kwam E op mij afgerend om te zien of ik in veiligheid was. L kwam erachteraan en zei dat het niet uitmaakte dat alles in dezelfde weide terecht gekomen was, omdat ik het wel voor elkaar had gekregen alle paarden te redden. Op dat moment kwamen ook de hulpdiensten en zij vonden de man en sporen van de brandstichting. L zei: “Ik denk dat jij van nature toch een paardenmeisje bent.” “Nee joh”, zei ik....
Toen werd ik in lichte paniek wakker.