SLEUTEL ALS SYMBOOL
De sleutel is een voorwerp om iets mee af te sluiten, en geeft als symbolisch teken de macht aan de drager van de sleutel. Ook staat dit symbool voor het binden en ontbinden. In de Rooms-katholieke kerk wordt aan de apostel Petrus de sleutelmacht toegeschreven, met verwijzing naar Mattheus 16:19. Petrus wordt in de volksmond dan ook wel de portier van de hemel genoemd. In de Vrijmetselaarsriten komt de sleutel ook voor en soms komt de sleutel voor als T vorm, als Tau kruis. Tau is dan de eerste letter van de Babylonische of Kanaänietische god Tammuz. Het overhandigen van de sleutels van een belegerde stad drukte symbolisch de capitulatie uit, ook nu nog worden de stadssleutels wel symbolisch aan hoge gasten overhandigd of tijdens carnaval aan prins carnaval overgedragen. In ruimere betekenis is de sleutel ook een instrument om door te dringen, zoals de sleutel tot succes of tot iemands hart. In vroegere tijden droeg de moeder van de bruidegom de sleutelbos van he huis over aan de bruid als teken van overdracht van het beheer van de boedel. Men zegt dat de hemel twee sloten heeft en daarom bestaat het wapen van het Vaticaanstad uit twee sleutels in goud en zilver weergegeven. De gouden sleutel staat voor het binden en de zilveren sleutel voor het ontbinden.

image