Bron: E.H. Patrick van der Vorst (www.christian.art) ๐Ÿ‡ฎ๐Ÿ‡น๐Ÿ‡ฑ๐Ÿ‡บ๐Ÿ‡ช๐Ÿ‡ธ๐Ÿ‡ฌ๐Ÿ‡ง๐Ÿ‡ง๐Ÿ‡ช
Evangelie van 13 augustus 2024

Iedereen die een klein kind in Mijn naam verwelkomt, verwelkomt Mij.

Meisje met gieter,
Geschilderd door Pierre-Auguste Renoir (1841-1919),
Geschilderd in 1876,
Olieverf op doek
ยฉ National Gallery of Art, Washington DC

Reflectie bij het schilderij:

Her schilderij van vandaag is een voorbeeld van de volwassen impressionistische stijl van de jaren 1870. Terwijl impressionistische landschappen vaak snel en 'in het moment' worden geschilderd, vertonen portretten zoals dat van het kleine meisje hier meer detail en controle. De levendige kleuren zijn kenmerkend voor Renoir en weerspiegelen de frisheid en uitstraling van het impressionistische palet. In tegenstelling tot zijn landschappen zijn de penseelstreken in dit portret gelijkmatiger en gecontroleerder, waardoor het schilderij een rijke, meer gedetailleerde textuur krijgt. We kennen de identiteit van het meisje niet, maar ze was waarschijnlijk een kind van de buurt dat Renoir aantrekkelijk vond voor zijn werk. Haar krullende blonde haar, sprankelende blauwe ogen, rode lint, blozende wangen en lachende rode lippen maken dit schilderij uitzonderlijk charmant en levendig.

De algehele onschuld van dit schilderij spreekt ons diep aan. Deze zelfde onschuld is wat Jezus aanspreekt in de lezing van vandaag. Hij benadrukt de grote waarde van de ziel van een kind in de ogen van God. Kinderen worden onschuldig geboren en verlangen er alleen maar naar om bemind, beschermd, verzorgd en onderwezen te worden. Op dezelfde manier zorgt God, als onze liefhebbende ouder, voor ons, houdt van ons, beschermt ons en onderwijst ons - als we Hem dat toestaan.

Dit is onze grootste uitdaging in dit leven: om deze kinderlijke onschuld te hebben waarin we God 'toestaan' om van ons te houden. Wat een gegeven is, is dat God van ons houdt, 100%. Daar bestaat geen twijfel over. Maar wij zijn degenen die twijfelen en aarzelen.

Jezus riep Zijn discipelen op om kinderlijk te worden, niet kinderachtig; kinderlijk in de zin van kinderlijk vertrouwen in een liefhebbende Vader.

Mattheรผs 18:1-5,โ€‹10,โ€‹12-14

1 Terzelfder tijd kwamen de leerlingen bij Jesus en zeiden: Wie is wel de grootste in het rijk der hemelen? 2 Jesus riep een kind naar Zich toe, plaatste het in hun midden. 3 en sprak: Voorwaar, Ik zeg u: Zo gij u niet bekeert en als kinderen wordt, zult gij het rijk der hemelen niet binnengaan. 4 Wie zich dus vernederen zal als dit kind, zal de grootste zijn in het rijk der hemelen. 5 En wie zulk een kind opneemt in mijn naam, neemt Mij op.
โ€ฆ
10 Zorgt er voor, dat gij geen van deze kleine gering acht; want Ik zeg u: Hun engelen in de hemel zien altijd het aanschijn van mijn Vader, die in de hemel is.
โ€ฆ
12 Wat dunkt u? Zo iemand honderd schapen heeft, en een daarvan van is verdwaald, laat hij dan niet de negen en negentig in het gebergte achter, om het รฉne te gaan zoeken, dat verdwaald is? 13 En zo hij het vindt, voorwaar, Ik zeg u: Hij verheugt zich over dat รฉne meer, dan over de negen en negentig, die niet zijn verdwaald. 14 Zรณ is het ook de wil van uw Vader, die in de hemel is, dat gรฉรฉn van deze kleinen verloren gaat.

image