Bron: E.H. Patrick van der Vorst (www.christian.art)🇪🇸🇱🇺🇧🇪🇬🇧🇮🇹
Evangelie van 1 september 2024
Er zijn veel gebruiken die zijn overgeleverd.
De Farizeeën debatteren,
Ets van Rembrandt van Rijn (1606 - 1669) en William Baillie (1723 - 1792),
Circa 1649,
ets met drogenaald en gravure op geschept papier
© National Gallery of Art, Washington
Reflectie bij de ets:
Velen van jullie kennen misschien de prachtige hymne 'Abide with Me, Fast Falls the Eventide'. Het werd geschreven door Henry Lyte, een Anglicaanse dominee die van 1815 tot 1818 kapelaan was in Taghmon, County Wexford. Een plaquette in de kerk van Taghmon herinnert aan het feit dat hij vaak preekte in de kerk van Killurin, ongeveer negen mijl verderop. Aangenomen wordt dat Lyte de hymne in 1820 componeerde terwijl hij zijn stervende vriend William Augustus Le Hunte bezocht. Toen William de zin “blijf bij mij” herhaalde, werd Lyte geïnspireerd om de hymne te schrijven en later gaf hij een kopie aan de familie van William. Kort voor zijn eigen dood componeerde Lyte de muziek en de hymne werd voor het eerst gezongen op zijn begrafenis in 1847. Het tweede couplet eindigt met de regels: 'Verandering en verval in alles wat ik zie; Gij die niet verandert, blijf bij mij'. Hiermee wordt erkend dat terwijl alles in het leven verandert, God constant blijft.
Als alleen God onveranderlijk is, dan is al het andere, inclusief lang bestaande religieuze tradities, aan verandering onderhevig. In de evangelielezing van vandaag komt Jezus in botsing met de religieuze leiders die vragen: “Waarom volgen Uw discipelen niet de traditie van de oudsten? Ze hadden het over verschillende rituele wassingen die volgens hen onveranderlijk waren. Eerder in het evangelie van Marcus zei Jezus tegen Zijn critici: “Niemand doet nieuwe wijn in oude wijnvaten”. Jezus impliceerde dat sommige oude religieuze tradities de nieuwe wijn van Gods blijvende liefde, aanwezig in Zijn persoon en bediening, niet konden bevatten. De aanwezigheid van God, vleesgeworden in Jezus, vereiste openheid voor verandering, waardoor religieuze praktijken en structuren voortdurend vernieuwd moesten worden. Jezus verwierp Zijn Joodse traditie niet, maar bekritiseerde aspecten ervan van binnenuit. Hij citeert uit Jesaja om te laten zien dat Gods voornaamste zorg niet uiterlijke rituelen waren, maar de toestand van de harten van mensen.
Deze ets van Rembrandt uit circa 1649 toont een groep farizeeërs in een verhit debat. Rembrandt legt de intensiteit en het drama van de scène vast met nauwgezette details en expressieve personages. De Farizeeën zijn afgebeeld in uitgebreide gewaden, gebarend en met elkaar in interactie, zoals ze zouden hebben gedaan in de evangelielezing van vandaag. Hun gezichten en houdingen geven een scala aan emoties weer, van strengheid tot contemplatie. In 1649 was Rembrandt een gevestigd kunstenaar, hoewel hij later in zijn leven met financiële problemen te maken kreeg. Deze prent vertegenwoordigt zijn volwassen stijl, gekenmerkt door dramatisch gebruik van licht (voorgrond) en schaduw (achtergrond) en diep psychologisch inzicht in zijn onderwerpen.
Marcus 7:1-8,14-15,21-23
1 Toen kwamen de farizeën en sommige schriftgeleerden. die van Jerusalem waren gekomen, gezamenlijk naar Hem toe. 2 Zij zagen, dat enigen van zijn leerlingen brood aten met onreine, dat is met ongewassen handen. 3 De farizeën toch en alle Joden eten niet, zonder zich de vingertoppen te hebben gewassen, getrouw aan de overlevering der ouden; 4 en ze eten niets van de markt, zonder het eerst te besprenkelen; en vele andere dingen zijn er, die ze krachtens overlevering te onderhouden hebben, zoals het wassen van drinkbekers, kannen en koperen vaten. 5 De farizeën en de schriftgeleerden vroegen Hem dus: Waarom gedragen uw leerlingen zich niet naar de overlevering der ouden, en eten ze brood met onreine handen? 6 Hij sprak tot hen: Huichelaars; terecht heeft Isaias over u geprofeteerd, zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij; 7 ze eren Mij tevergeefs, daar ze leerstellingen voordragen, die menselijke geboden zijn. 8 Gods gebod verwaarloost gij, maar aan de overlevering der mensen houdt gij vast.
…
14 Hij riep de schare weer naar Zich toe, en sprak tot hen: Hoort allen naar Mij, en verstaat het goed! 15 Niets kan den mens verontreinigen, wat van buitenaf in hem binnenkomt; maar wat er uitgaat van den mens, dat verontreinigt den mens.
…
21 Want van binnenaf, uit het hart der mensen, komen de slechte gedachten voort, ontucht, diefstal, moord, 22 echtbreuk, gierigheid, boosaardigheid, bedrog, wellust, afgunst, godslastering, hoogmoed, lichtzinnigheid. 23 Al die boze dingen komen van binnenaf, en verontreinigen den mens.