Bron: E.H. Patrick van der Vorst (www.Christian.art) 🇮🇹🇱🇺🇧🇪🇬🇧🇪🇸
Evangelie van 24 juli 2024
Stel je een zaaier voor die gaat zaaien.
De zaaier,
Geschilderd door Liz Lemon Swindle
Geschilderd in 2013,
Olieverf op doek,
© Liz Lemon, Havenlight Publishing
Reflectie bij het schilderij:
Wat ik mooi vind aan het schilderij van vandaag is de focus van de kunstenaar op de zaden zelf in plaats van op de velden of op de zaaier. Het schilderij benadrukt de zaden terwijl ze uit Christus' hand vallen, waardoor onze aandacht direct wordt gevestigd op het zaaien. Deze keuze van illustratie benadrukt de betekenis van de zaden, die het Woord van God symboliseren, in plaats van het risico te lopen dat de kijker wordt afgeleid door de omringende elementen.
In Christus' gelijkenis vertegenwoordigen de zaden het Woord van God en symboliseert de grond de harten van degenen die het horen. Om ervoor te zorgen dat ons hart vruchtbare grond is, moeten we ruimte maken voor het Woord van God. Als ons hart hard is als steen, zullen de zaden geen wortel schieten en door vogels worden opgegeten, zonder vrucht te dragen. De kunstenaar voegt subtiele accenten toe, zoals het symbool van de vis tussen de gezaaide zaden, om ons eraan te herinneren dat we, zodra we het Woord omarmen, ook vissers en zaaiers moeten worden, die het goede nieuws van Christus verspreiden.
Zaden moeten ontkiemen en gevoed worden om vrucht te dragen, en op dezelfde manier heeft het Woord van God tijd en geduld nodig om in ons te groeien. Om wortel te schieten, moet een zaadje zijn schil afwerpen en zichzelf blootstellen aan de rijkdom van de grond. Dit kost tijd. De lezing benadrukt het belang van het cultiveren van een ontvankelijk en vruchtbaar hart, zodat het Woord van God wortel kan schieten en kan bloeien.
Matteüs 13:1-9
1 Die dag verliet Jesus het huis, en zette Zich neer aan het meer. 2 En een talrijke menigte verzamelde zich om Hem heen, zodat Hij in een boot ging zitten, terwijl heel de menigte op de oever bleef staan. 3 En Hij sprak hun in gelijkenissen over vele dingen. Hij zeide: Zie, de zaaier ging uit om te zaaien. 4 En onder het zaaien viel een gedeelte langs de weg; en de vogels uit de lucht kwamen, en pikten het op. 5 Een ander gedeelte viel op de steengrond, waar het niet veel aarde had. Aanstonds kwam het op, omdat het geen diepe aarde had; 6 maar toen de zon was opgegaan, werd het verschroeid en verdorde, daar het geen wortel geschoten had. 7 Een ander gedeelte viel tussen de doornen; de doornen schoten op, en verstikten het. 8 Een ander gedeelte viel op de goede aarde; en het droeg vrucht: honderd- zestig- dertigvoud. 9 Wie oren heeft om te horen, hij hore.
